Concentratie zou gezien moeten worden als gereedschap. Zoals ieder gereedschap kan het op een goede en op een slechte manier gebruikt worden. Een scherp mes kan gebruikt worden om een mooi houtsnijwerk mee te maken of om iemand mee te bezeren. Dat hangt af van degene die het mes gebruikt.
Hetzelfde geldt voor concentratie. Op een goede manier toegepast kan concentratie helpen om vrij te worden. Maar concentratie kan ook gebruikt worden ten dienste van het ego. Het kan gebruikt worden in het samenspel van prestatie en doelstellingen. Je kunt concentratie gebruiken om dominant te zijn. Je kunt het gebruiken voor egoïsme.
Het echte probleem is dat alleen concentratie geen zelfkennis geeft. Het zal geen licht werpen op de diepe oorzaken van egoïsme en de aard van lijden.
Dat is waar mindfulness om de hoek komt kijken. Mindfulness en concentratie dienen samen te werken als een geolied team, als in een mentale balanceer-act. Zij trekken samen op en dienen samen elkaar in evenwicht te houden. Als één van de twee sterker is, gaat dat ten koste van de ander en wordt de meditatie een heel stuk lastiger.
Blijf daarom oefenen met vastberaden mildheid.
De vastberadenheid zit hem in het in de aandacht houden van datgene waar de oefening over gaat (bijv. [een deel van] het lichaam of de adem) en het weer terugkeren als je afdwaalt.
De mildheid vinden we terug in het accepteren van afdwalen en het handhaven van openheid wanneer we weer terug zijn met de aandacht, zodat onze vastberadenheid niet verwordt tot strengheid.
Foto: Brandi Redd on Unsplash