Recent schreef ik over druk en onderstimulatie en hoe zich dit verhoudt tot een belangrijke boodschap in de training Mindfulness en in onze Tai Chi en Qigong lessen: goed voor jezelf zorgen.
Teveel druk verwordt tot stress en van teveel stress worden we ziek. Echter: van te weinig actie en prikkels óók. Dit geldt ook voor mensen met een kwetsbare gezondheid en/of chronische aandoening. Hoe vinden we het midden?
Een juiste dosis
Even een zijpaadje: Bij medicijnen spreekt men van een therapeutische breedte. Dit is de ruimte die er is tussen de hoeveelheid medicijn die minimaal nodig is om een effect te krijgen en aan de andere kant de hoeveelheid medicijn die overdoseringsverschijnselen geeft. Te weinig medicijn heeft geen zin, teveel is schadelijk.
Er zijn medicijnen met een grote therapeutische breedte, waar veel ruimte is voor een arts om de dosering te verhogen of verlagen; en er zijn medicijnen met een smalle of kleine therapeutische breedte. Hierbij zijn de risico’s op overdosering groter en is er weinig ruimte om een dosis aan te passen.
Een soortgelijk fenomeen zien we bij bewegen of sporten. Neem iemand die helemaal fit is en iemand met een kwetsbare gezondheid: de fitte mens kan een flinke (piek)belasting aan zonder noemenswaardige klachten te krijgen. Je zou kunnen zeggen dat er een grote therapeutische breedte is.
De kwetsbare mens zal bij beweging of sporten sneller en waarschijnlijk ook langer klachten hebben. De hoeveelheid beweging die therapeutisch of heilzaam is, ligt tussen veel nauwere grenzen.
Nogmaals: luisteren
Het is begrijpelijk om het lichaam te ontzien als het weerbarstig is of veel klachten geeft na inspanning. Ziehier nogmaals het belang van het leren luisteren naar de signalen van het lichaam en het herkennen van de neiging tot overschrijding van grenzen.
Niets doen leidt tot verlies van mogelijkheden en een (nóg) lagere inspanningstolerantie; maar je doet zo snel teveel, lijkt het…
Hier speelt de kwaliteit van bewegen en de mindset waarmee het gebeurt een grote rol.
Dus laten we terug gaan naar de vraag: hoe vinden we het midden?
Twee pijlers
Het is niet mogelijk om een volledig antwoord te geven op deze vraag in een geschreven bericht als dit. Ik wil meer een schets neerzetten van hoe dit pad eruit zou kunnen zien, gebaseerd op de eigen ervaring en die van de vele cursisten die ik in de loop van de jaren heb mogen begeleiden.
De twee pijlers die de basis vormen waar het maken van keuzes op rust, zijn leren luisteren naar het lichaam en kennis hebben van wat normaal is.
Daarna kan dit geduid worden en omgezet in (niet-)handelen.
Laten we de eerste pijler nader exploreren en wat dieper ingaan op het leren luisteren naar je lichaam.
Stop en luister
Hoe voelt u zich nu? Stopt u s.v.p. even met lezen, neem even de tijd de vraag zijn werk te laten doen. Hoe voelt u zich nu?
Mogelijk dat er nu een antwoord komt in de vorm van ‘lekker’, ‘gespannen’, ‘moe’ of wat ook. OK. Maar hoe weet u dat? Hoe weet u dat u zich lekker, gespannen of moe voelt?
Het antwoord zit in de vraag, namelijk voelen. En, voordat we voelen is daar het belangrijke moment om de ruimte te scheppen om te kunnen voelen, te merken hoe hetgeen gevoeld wordt bijna direct een reactie triggert. En daar dan niet in meegaan, maar terug gaan of blijven bij voelen.
Hoe en wat…
In de mindfulnesstraining stellen we de vraag hoe voel je je nu minder vaak als de vraag wat voel je nu. Want dat is het geniepige van het vragen naar hoe iemand zich voelt. Je vraagt eigenlijk naar een conclusie, een oordeel over het gevoel. We zijn daar zo goed in geworden dat we de kunst van het voelen zelf vergeten zijn. Het hele voelen is gecerebraliseerd, verworden tot een verstandelijke exercitie. Ieder voelen wordt gevolgd door voorbarige conclusies, vaak letterlijk: voordat het voelen klaar is, is het oordeel geveld.
Dat is tegenstrijdig, jammer en tragisch.
Diskwalificatie
Als je oefent voor een hardloopwedstrijd, kun je tijdens het trainen de vrijheid nemen om de binnenweg te nemen, bochten af te snijden en ‘de kantjes eraf te lopen’. Dat ziet immers niemand…
Dat kan tijdens de wedstrijd niet. Iedere meter moet gelopen worden, anders wordt je gediskwalificeerd.
In het dagelijks leven – waar we ook een soort wedstrijd van maken, nietwaar? – dienen we ons handelen af te stemmen op ons voelen/gevoel, zodat we overbelasting tijdig beluisteren. Maar ja, als dit luisteren of voelen onderontwikkeld is gebleven, als we tijdens ons leven steeds de binnenbocht hebben genomen bij het voelen – of eigenlijk ons best hebben gedaan om niet te voelen – dan worden we soms ook gediskwalificeerd. Terug gefloten.
De man met de hamer voelen we meestal wél… Al is je leven nog zo snel, de burn-out achterhaalt je wel. Dat geeft een nieuwe dimensie aan het gezegde ‘Wie niet horen wil, moet maar voelen’…
Het leven gaat snel, het oefenen moet daarom langzaam
Om een leven te leiden op volle snelheid, om snel te kunnen handelen, om te weten wat je moet doen en daarbij je intuïtie te betrekken, is het nodig het voelen te oefenen. Dit doe je net zoals topsporters hun techniek oefenen: in slow motion.
Hardlopers en schaatsers nemen regelmatig de tijd om in een langzaam tempo het neerzetten van de voeten en de schaatsen te oefenen, de afrol gedetailleerd te ervaren, de juiste hoek van de knie te vinden en de optimale hoogte voor het doorzwaaien van het onderbeen te vinden. Dit wordt wekelijks en soms vaker in video-analyse nader bestudeerd.
Zo moeten wij af en toe ons lichaam stilzetten en luisteren naar wat er allemaal in lichaam en geest gebeurt.
Bovenstaand plaatje vond ik op een website over Tai Chi. Een beweegdiscipline die langzaam geoefend wordt (daar staat Tai Chi om bekend), maar op volle snelheid zijn toepassing vindt.
Neem de tijd
Wat is dan luisteren naar het lichaam? Niet veel meer dan de tijd nemen, ruimte scheppen. Voelen. Opmerken wat het gevoel zelf is, en wat het is dat je ermee doet. Ieder gevoel zal namelijk een gedachte of weer een ander gevoel triggeren. Dat is geen punt en ook lastig tegen te gaan, maar het patroon kan wel doorzien worden. Het automatisme hoeft niet de baas te zijn.
De vraag is belangrijk, het antwoord niet echt
Het gaat erom de juiste vraag te stellen. Wat voel ik nu? Wat doe ik ermee? En vervolgens: Kan ik het zo laten zoals het nu is?
Maar niet als je het een antwoord denkt (!) te hebben, denken dat de ‘opdracht’ klaar is.
Neen. Driewerf neen. Het risico van het antwoord is dat je denkt dat de vraag opgelost is en daarmee niet opnieuw gesteld hoeft te worden.
We moeten terug naar de vraag en deze opnieuw stellen: OK, en wat voel ik NU?
Opnieuw tijd en ruimte maken om te voelen. Niet jezelf terug trekken in je verstand.
Dan zou u namelijk (weer) de binnenbocht nemen en leert u het nooit…
Iedere stap is onderdeel van uw training…
Binnenkort het volgende deel van dit vierluik, over ‘normaal‘…
Foto: Martins Zemlickis on Unsplash