In een New York Times vond ik op een surftocht een interessant artikel van Matthieu Ricard, vooraanstaand Tibetaans Boeddhist en schrijver van diverse boeken. Het vertalen was een hele klus, maar m.i. de moeite waard. Eerder deze week verscheen het eerste deel in dit artikel, vandaag het tweede en laatste deel. Hopelijk geniet u er weer van.
The future doesn’t hurt. Yet.
Het begon tot me door te dringen dat, door de verkoopcijfers van mijn boek (lees deel 1), meer geld dan ik ooit had gedacht mijn kant op zou komen. Aangezien ik me niet voor kon stellen een landgoed in Frankrijk te kopen, leek het me het meest logisch om alle rechten en winsten van het boek en degenen die zouden volgen te gebruiken om anderen te helpen.
De stichting die ik voor dat doel creëerde is Karuna-Shechen, die humanitaire- en onderwijsprojecten ingang zet en onderhoudt door heel Azië.
Karuna Shechen
Humanitaire projecten zijn sindsdien een centraal punt in mijn leven, en met enkele toegewijde vrijwilligers en vrienden, alsmede enkele vrijgevige weldoeners; met de inspiratie van de abt van mijn klooster, Rabjam Rinpoche, hebben we scholen en klinieken gebouwd in Tibet, Nepal en India; waar we zo’n 100.000 mensen per jaar behandelen en waar bijna 10.000 kinderen onderwijs krijgen. We hebben dit voor elkaar gekregen met amper vier procent overheadkosten van ons totale budget.
Mijn leven is ontegenzeggelijk hectischer geworden, maar ik heb gedurende de jaren ook ontdekt dat het jezelf proberen te transformeren om van de wereld een betere plek te maken, blijvende voldoening schenkt en boven alles, de onvervangbare zegen schenkt van altruïsme en compassie.
Het zinkende schip
Stel je een zinkend schip voor dat alle beschikbare stroom nodig heeft om pompen draaiend te houden om het stijgende water het hoofd te bieden. De passagiers die eerste klas reizen weigeren mee te werken omdat zij hun airconditioning en andere elektrische apparaten willen blijven gebruiken. De tweede klas passagiers zijn voortdurend bezig om hun ticket in een eerste klas ticket om te boeken. De boot zinkt en alle passagiers verdrinken.
Dát is waar de huidige benadering van de klimaatverandering toe zal leiden.
Of mensen het nu geloven of niet, hun handelen kan desastreuze gevolgen hebben – zoals de milieuveranderingen in de Himalaya, rond de Poolcirkels en vele andere gebieden ons laten zien. Het ongebreidelde consumentisme van de rijkste vijf procent van onze planeet vormt de grootste bijdrage aan de klimaatverandering en zal vooral ellende veroorzaken voor de armste 25 procent van de mensen.
Volgens een belangrijke Amerikaanse ministeriële instantie produceert een Afghaan 0,02 ton CO2 per jaar, een Nepalees en Tanziaan 0,1, een Brit 10 ton, een Amerikaan 19 ton en een inwoner van Quatar 51 ton, wat dus 2500 maal meer is dan een Afghaan.
Minachting voor andere levende wezens
Losbandig consumentisme bestaat bij de vooronderstelling dat anderen slechts instrumenten zijn en het milieu een gebruiksartikel. Deze houding cultiveert ontevredenheid, egoïsme en minachting voor andere levende wezens en ons milieu. Mensen zijn zelden bereid te veranderen voor iets dat in de toekomst ligt, of voor de volgende generatie. Men zegt “Welnu, dat zien ze dan wel weer, wanneer het zover is.” Men voelt er niets voor om op te geven waar men van geniet om de desastreuze lange-termijneffecten te voorkomen. De toekomst doet geen pijn. Nog niet.
Een altruïstische maatschappij is er één waarin men niet alleen goed zorgt voor zichzelf en zijn naaste familie, maar voor de kwaliteit van leven van al zijn bewoners, terwijl men ook aandacht heeft voor het lot van de komende generaties.
Dieren als gebruiksartikel
Zo dienen we ons toenemend bezorgd te maken om de manier waarop we met dieren omgaan: als objecten voor consumptie en als industriële producten; en niet als levende wezens die recht hebben op welbevinden en niet willen lijden. Ieder jaar worden in de wereld meer dan 150 miljard landdieren gedood voor menselijke consumptie, evenals zo’n 150 triljoen zeedieren.
In de rijke landen wordt 99% van deze dieren gefokt en gedood in industriële boerderijen en slachthuizen, waarbij zij maar een fractie van hun feitelijke levensverwachting leven. Daarbij is, volgens de Verenigde Naties en het rapport over de klimaatverandering van de FAO, de veeteelt verantwoordelijk voor een groter aandeel in de uitstoot van broeikasgassen (18 procent) dan de wereldwijde transportsector bij elkaar. Een oplossing kan dus zijn om minder vlees te eten!
Wij zijn onderling afhankelijk, het is een wetmatigheid
Zoals de Dalai Lama regelmatig gezegd heeft, is onderlinge afhankelijkheid een centraal Boeddhistisch thema, dat leidt tot diepgaand begrip van de aard van de realiteit en een verantwoordelijkheidsbesef voor de gehele wereld.
Aangezien alle levende wezens onderling verbonden zijn en zij allen, zonder uitzondering, niet willen lijden en gelukkig willen zijn, vormt het begrip hiervan de basis voor altruïsme en compassie. Dit leidt op zijn beurt op een vanzelfsprekende manier tot een houding van geweldloosheid jegens mensen, dieren en onze wereld.
Matthieu Ricard was moleculair bioloog voordat hij besloot te gaan leven in de Himalaya en Boeddhistisch monnik te worden. Hij fotografeert veel en is schrijver van diverse boeken. Hij leeft momenteel in Nepal en is betrokken bij meer dan 100 humanitaire projecten.