De afgelopen weken besprak ik enkele boeken waarin me opviel dat de auteurs het niet zo nauw namen met de omschrijving en definiëring van het begrip mindfulness.
In dit weartikel kunt u op veel plaatsen be- en omschrijvingen van mindfulness vinden (bijv. hier, hier, hier, hier, hier en hier), maar nu wil ik de persoon die deze mentale functie in een niet-Boeddhistische trainingsvorm heeft gegoten eens aan het woord laten: Jon Kabat-Zinn.
In onderstaand filmpje spreekt hij op de hem kenmerkende gepassioneerde wijze over mindfulness. Omdat u het bent heb ik een Nederlandse vertaling gemaakt van wat hij vertelt. Ik heb daarbij enige vrijheid genomen om zijn spreektaal en gebaren om te zetten in iets leesbaars, maar ben zo dicht mogelijk bij zijn woorden gebleven.
Mindfulness. Er zijn veel verschillende deuren die deze ruimte ontsluiten. Een ervan is een operationele definitie van mindfulness, met andere woorden “Hoe cultiveer je mindfulness”. Mijn werkdefinitie is dat het gewaarzijn is. Mindfulness is het gewaarzijn dat ontstaat door in het huidige moment doelbewust en niet-oordelend aandacht te besteden aan wat zich voordoet.
Niet-oordelen is erg makkelijk mis te verstaan. Niet-oordelen betekent niet dat je geen oordeel hebt of dat je je zelf moet dwingen om niet-oordelend te zijn, maar meer dat je niet oordeelt over hoe oordelend je bent.
Als je eenmaal aandachtig bent, is het schokkend om te merken hoeveel ideeën, meningen, voor- en afkeuren ons handelen aansturen. Hoe we van moment tot moment verdwaald kunnen raken in ons hoofd, gevangen kunnen raken in emotionele stormen, en we ons leven eigenlijk niet leiden in het enige moment dat we ooit hebben, namelijk dit moment.
Dat is het operationele gedeelte. Er zijn twee verschillende manieren om hierover in een iets groter verband na te denken.
Gewaarzijn, en ik wil nu niet ingaan op de vraag waarin gewaarzijn verschilt van bewustzijn, is een bijzonder interessante functie die we allemaal bezitten.
Kun je ervaren dat je gewaar bent op dit moment? Ja, natuurlijk kan dat. En je kunt gewaar zijn van diverse aspecten van het ervaren, zoals via de zintuigen, via het lichaam als geheel, via de geest en via de functie van aandacht en het gewaarzijn zelf.
Zo kun je bijv. bij wijze van oefening of spel één object te kiezen om aandacht aan te geven en zien wat er gebeurt als je besluit (wie die ‘je‘ – die aan andere delen van ‘jou‘ vertelt wat ‘je’ moet doen – dan ook maar mag zijn) om gewoon de adem te voelen en bewust te zijn van de adem voor de volgende 3 of 5 of 10 minuten.
Dan kun je misschien de adem voelen instromen en weer uitstromen, wat overigens iets anders is dan daarover na te denken. Maar heel snel én onvermijdelijk zul je merken dat je geest afdwaalt in iets anders. Het verleden, de toekomst, meningen, ideeën, herinneringen; de adem is ineens buiten beeld. Wanneer je dat opmerkt – en vroeg of laat merk je dat op – kom je terug naar de adem.
Het is als het oefenen van een spier: buigen en strekken; de aandacht dwaalt af, je brengt de aandacht weer terug. De aandacht dwaalt af, je brengt de aandacht weer terug. Je brengt de aandacht steeds weer terug naar het object waar je hem bij zou brengen en houden.
Dat hoeft overigens niet persé de adem te zijn, je kunt feitelijk bij alles de aandacht brengen en houden en van tijd tot tijd weer terugbrengen.
Je zult merken dat je je soms heel goed vermaakt in je eigen wereld, de ruimte, fantasieën en denkbeelden waarin je af kunt dwalen. Zo goed zelfs dat je niet terug wilt komen met je aandacht. Hier komen we bij een essentieel punt: je brengt dan evengoed je aandacht terug. Tegen de weerstand die je misschien voelt in, ondanks “ik wil dit niet” en “ik verveel me” en meer van dat soort zaken, wat feitelijk allemaal gedachten zijn.
Je brengt de aandacht dus terug omdat een deel van je heeft afgesproken dat dit was wat je zou gaan doen, en dat je zou gaan zien wat er zou gebeuren.
Een manier is dus om objecten te gebruiken om aandacht aan te geven. Een valkuil kan zijn dat lijkt dat vooral de objecten van aandacht belangrijk zijn, maar dat is niet het geval. Het is niet de adem of het lichaam, of techniek X of Y die het belangrijkst zijn. Het belangrijkst is het aandacht geven zelf.
Kunnen we aandacht geven aan het aandachtig zijn, kunnen we gewaarzijn van gewaarzijn. Een andere manier om dat te oefenen is om aanwezig te zijn zonder een focus of object voor de aandacht te nemen of een keus te maken voor het een of ander. Om dus alleen te rusten in het gewaarzijn zelf.
Dat blijkt uitdagend te zijn, maar het is in essentie niet uitdagender dan bij de adem blijven. Het is beide moeilijk…
Zo zijn er veel verschillende deuren naar de ruimte van aandacht, waarvan de ene niet noodzakelijkerwijs beter is dan de ander, maar het is wel belangrijk om niet in deuropening te blijven staan, maar de ruimte in te gaan…
U bent welkom een verbetering van de vertaling aan te leveren.
Dan graag een e-mail aan ronald@relaxmore.nl met daarin eerst
de alinea waar het om gaat en daarna uw suggestie.