Angst en paniek
De afgelopen weken mocht ik een jongen van 15 jaar kennis laten maken met mindfulness. Deze jongen ervoer angsten, waarbij mijn collega mooi opmerkte: het lijkt alsof hij de paniekaanvallen juíst krijgt als hij ontspant, alsof hij dat gevoel van ontspanning niet kent en dan in paniek raakt, door vanuit zijn lijf in zijn hoofd te schieten en na te gaan denken.
Zijn behandeling in de jeugd-GGZ liep ten einde, hard gewerkt, doelen behaald, zijn angsten afgenomen naar ‘nog maar’ een paar keer per maand een paniekmoment. Toch gunde mijn collega deze jongen meer verbinding met zijn eigen lijf, vandaar dat ze aan mindfulness dacht.
Vanuit je hoofd
De jongen waar het om gaat is een ‘hoofd’- jongen; analytisch, willen verklaren, goed kunnen leren (cognitief heel sterk). Maar zijn slimme denkhoofd werkte hem ook wel eens tegen.
De eerste afspraak die ik met hem had was even aftasten, hoe begin je, waar begin je? Nou, dit keer met tekenen. Tekenen wat er gebeurt, als hij een paniekaanval heeft, zoals hij dat noemt. Hij vertelde dat zijn hoofd blijft doordenken, associëren. Niet te stoppen. Uiteindelijk denkt hij zichzelf ‘vast’ en verliest hij de controle over zijn denken. ‘Kortsluiting’ ontstaat er dan, vertelde hij. Hij wist niet goed waaraan hij kon merken dat zo’n paniekaanval eraan zat te komen. Het leek heel snel te gaan en was dan ‘opeens’ zo.
We tekenden samen hoe zijn hoofd door blijft denken, uiteindelijk razen en zijn lichaam daarop gaat reageren, door te trillen, door onrustig te worden. Zijn hoofd en zijn lichaam gingen uit elkaar, allebei een eigen weg, ‘uit contact’. Dat herkende hij.
We startten na het uittekenen met een eerste mindfulness oefening, uit de methode ‘Aandacht werkt’ van Eline Snel. Een korte oefening, om even te polsen hoe hij dit vond.
Naar je lichaam
Na een wat ongemakkelijke start (want -als puber- een eerste keer zo’n oefening doen met een onbekende is best even gek), gaf hij zich over aan de oefening (met frisse blik en vertrouwen -> twee van de acht ondersteunende factoren van mindfulness, dat deed hij zo maar even!).
Ogen dicht, luisteren naar het verhaal, waarin hij gevraagd werd zijn adem op te merken en de adembeweging te voelen. ‘Best OK!’, zei hij, toen ik na de oefening van 5 minuten vroeg hoe hij de oefening vond. ‘Ik word er wel rustig van’.
Voor de week die hierop volgde gaf ik hem wat oefeningen mee; een aantal oefeningen op de app ‘Stilzitten’. De tip elke dag een oefening te doen en zo te oefenen met deze manier van aandacht. Aandacht brengen bij je ademhaling. Waarbij afdwalen met je aandacht heel OK is, je kunt gewoon weer terug naar je adem! Wel 15 keer als dat nodig is!
De adem verbindt
De volgende afspraak werkten (tekenden) we nog wat verder uit wat er gebeurt in zijn hoofd en in zijn lijf als hij de controle (over zijn gedachten en vervolgens over zijn lichaam) kwijt raakte. Daaraan koppelde ik een stukje uitleg over de irreële angsten die we kunnen hebben, waarbij ons lichaam op dezelfde manier reageert als wanneer er wel reëel gevaar dreigt.
Ik tekende hoe de adem de verbinder is tussen geest en lichaam. Daarom komt de adem steeds terug in de mindfulness oefeningen; je adem is er altijd! We maakten het uitstapje naar de rest van zijn lichaam. Ik vroeg hem een pen weg te gooien en deze vervolgens weer te gaan pakken en daarbij op te merken: ‘Wat in jouw lichaam komt allemaal in beweging, als ik je vraag de pen te pakken?’ Zijn antwoord: ‘Uuuhm, ik DENK mijn benen’ 😉 OK! En als je voelt, in plaats van denkt? Wat dan? En zo herhaalden we de oefening.
Je lichaam kan je zoveel vertellen, maar wel als je weet dat het wat te vertellen heeft. En als je weet hoe je in contact kan komen met je lichaam. Als je dat doorhebt, kun je naar je lichaam luisteren. Als je met je aandacht bij je adem bent of bij (de beweging van) je lichaam, ben je niet in je hoofd. Dat ervaren, niet weten, maar voelen, helpt wanneer je hoofd op hol slaat! En dat ervaar je door steeds weer te oefenen.
Wat mindfulness is
Dit is een begin, een beginnetje van opmerken dat je niet alleen je hoofd hebt om vanuit te leven.
Een begin van hoe je kunt leren uit je hoofd, in je lijf te zijn, te beginnen met het opmerken van je adem en vervolgens het uitstapje te maken naar je lichaam (de opbouw van veel –mindfulness– meditaties), naar emoties, naar gedachtepatronen, vervlochten met (zelf)compassie.
Voor mijzelf geldt, deze kern van mindfulness: stoppen met doorgaan, je adem opmerken, je lichaam voelen, voelt ook na 10 jaar oefenen steeds weer als verrassend; het is zo simpel en tegelijkertijd kun je er zo ver vanaf zijn; leven vanuit je hoofd in plaats vanuit je lichaam, vanuit je hart. En mindfulness helpt dan de verbinding te maken.