Het is nu paar maanden geleden dat ik voor de tweede keer de compassietraining (MBCL: Mindfulness Based Compassionate Living) afrondde. Van januari tot en met mei woonde ik 8 bijeenkomsten van 2,5 uur en een oefen-/stiltedag bij, samen met een aantal andere deelnemers.
Een artikel is eigenlijk te kort om zo’n veelomvattende training weer te geven, maar ik licht er voor mij de belangrijkste punten uit en daarmee – hopelijk – ook een kern 😉
De compassietraining (MBCL)
De 8-weekse compassietraining is een verdieping/vervolg op de 8-weekse mindfulnesstraining (MBSR: Mindfulness Based Stress Reduction). Belangrijk dus om die eerst te volgen en ook nodig; de verdiepingsslag die de compassietraining maakt is écht een verdieping en als je niet eerder kennismaakte met mindfulness is het ‘te veel’ om te voelen, ervaren, bevatten. Dat durf ik te stellen.
In de 8-weekse mindfulnesstraining maak je kennis met wat mindfulness is, met de 8 ondersteunende factoren en leer je mindfulness, formeel en informeel, integreren in je dagelijkse leven.
In de compassietraining breid je de mindfulness beoefening uit met compassie. Compassie is het vermogen om betrokken te zijn bij pijn en lijden, van jezelf en anderen.
Lijden
Oei, klinkt best zwaar, hè? Toen ik 18 jaar was en nog weinig weet had van mindfulness, het Boeddhisme etc., zei eens iemand (die over het boeddhisme leerde) tegen mij: ‘Het leven is lijden’. Ik heb daar toen hard om gelachen. Nee joh, het leven is hartstikke mooi en met een positieve instelling kom je er wel.
Maar nu kan ik die uitspraak plaatsen, begrijpen zelfs. Want geluk, de interpretatie van geluk, is voor iedereen anders. Iedereen geniet, wordt gelukkig van een aantal overeenkomsten: de zon, familie, lekker eten, uitjes, vakantie, etc. Geluk is geen constant toestandsbeeld, maar geluk is er, met momenten en perioden. Daartussen is het leven, denk ik, vaak ‘neutraal’; niet goed, niet slecht, het kabbelt.
Maar wat ieder mens tegenkomt in zijn/haar leven, in min of meer dezelfde mate, is lijden…Verdriet, angst, afscheid moeten nemen, overlijden van naasten, onzekerheid. Als je 18 bent, overzie je dit (meestal) nog niet zo. Je staat er niet bij stil en/of wil er nog niet bij stil staan.
Hoe anders dacht ik een paar jaar later toen ik, op mijn 22ste, een paar maanden thuis zat, last had van angsten, negatieve gedachten over mezelf. Ik wilde het leven wel heel leuk vinden, genieten, maar het lukte niet; de negativiteit overheerste. Ik volgde, na de 8-weekse mindfulnesstraining, vervolgens de compassietraining. Heel anders dan hoe ik de compassietraining nu volgde.
Wat me toen het meeste heeft geholpen, is het erkennen van dat er ‘lijden’ is. Nog steeds vind ik lijden een wat te zwaar woord, omdat ik lijden koppel aan heel heftige levensgebeurtenissen. Maar daarin zit meteen iets wat ik toen leerde; je eigen lijden, of ‘moeilijke momenten’, serieus nemen. Er ‘ja’ tegen zeggen en erkennen dat het ‘lijden’ is. Er compassievol mee omgaan. Hoe? Nou, er zit iets heel krachtigs in de compassietraining, iets heel ‘simpels’, wat me ook nu, de tweede keer, weer raakte:
Emotieregulatie-systemen
Onze emotieregulatie-systemen zijn verankerd in het oude(reptielen) deel van ons brein (ja, ook een heel stuk theorie over ons brein is deel van de compassietraining!). Zij gaan uit van een jaag-, gevaar-, en zorg/kalmeringssysteem en zijn gebaseerd op het flight, fight of freeze principe, zoals deze nodig was in de oertijd: om echt, letterlijk, te overleven. Blootgesteld worden aan voedseltekorten, wilde dieren… In fysieke zin.
In deze tijd waarin we nu leven, mét onze oude ‘oer-brein’, gebeurt er iets interessants. Ons voorstellingvermogen, ons ‘nieuwetijdsdenken’ kan allerlei situaties bedénken: nadenken over vroeger, de toekomst en alles wat zou kúnnen gebeuren. Dus geen fysiek gevaar, maar ‘psychisch’ gevaar. Ons oude reptielenbrein reageert hier op door de vechten (zelf-kritiek en verwijt), vluchten (zelfisolatie), of bevriezen (overidentificatie). Stressreacties op psychologische dreigingen zijn nieuwe brein bewerkingen van de instinctmatige reacties van het reptielenbrein.
Deze theorie vormt de basis van de compassietraining. De meditaties/oefeningen zijn gericht op het herkennen van ons gevaar- en jaagsysteem en het vergroten van ons (zelf)ZORGsysteem.
In deze training gaan we uit van het stilstaan bij en opmerken en herkennen van ‘lijden’ (Mindfulness), het ‘gedeelde lijden’ (dit delen we als mensen; Common Humanity) en het compassievol omgaan met dit lijden (mededogen hebben en jezelf iets heilzaams toewensen). Omdat ons ‘nieuwetijdsbrein’ zo goed is in ‘voorstellen’, speelt de training ook in op ons voorstellingsvermogen, door in de oefeningen gebruik te maken van visualisaties, die invloed hebben op ons gevoel van welbevinden, (en) compassie.
Zelfcompassie, zo lastig!
Deze compassietraining ging ik ‘goed’ in; ik heb geen last van angsten, geen negatief zelfbeeld of een burn-out. De eerste paar bijeenkomsten dacht ik ook regelmatig: ‘Waarom doe ik dit ook alweer? Ik heb hier eigenlijk geen tijd voor!’ En toch kwam ik erachter dat de compassietraining altijd, op elk moment, voor iedereen, van toegevoegde waarde is. De gedachte: ‘Ik heb hier eigenlijk geen tijd voor’, kenmerkte al het gebrek aan compassie voor mezelf. Want er waren tig dingen belangrijker om te doen, in mijn hoofd; dingen die veel minder met mezelf te maken hadden.
En tijdens de meditaties kwam ik al vrij snel weer achter patronen.
Een mooi voorbeeld: ik mediteer het liefst op een meditatiebankje, in plaats van op een kussen. Toch is mediteren op een stoel ook heel fijn. Maar ik kon het vertikken om een stoel te pakken, dat voelde me dan toch ‘te makkelijk’. Toen ik voorafgaand aan een meditatie aan Ronald vroeg: ‘Hoe lang duurt de meditatie eigenlijk? Want dan weet ik of ik een stoel of bankje moet pakken’, drong tot me door: waarom kies ik niet gewoon wat het fijnste voelt? Waar ik het meest bij gebaat ben? Waarom zo lang mogelijk ‘doorzetten’, voordat ik kies voor de comfortabeler en meer compassievolle weg?
Een ander voorbeeld: Tijdens één van de meditaties wordt gevraagd degene die het dichtst bij jezelf staat, waar je de meeste tijd mee doorbrengt, iets positiefs toe te wensen. Na een aantal seconden – waarin ik hard aan het bedenken was wie ik ging kiezen – wordt de oefening vervolgd met: ‘Namelijk: jezelf’. Shit, weer ingetrapt…
En zo zijn er tal van voorbeelden die me deden inzien dat voor een tweede keer de compassietraining volgen even nuttig en nodig was als de eerste keer.
Wat doe je tijdens de compassietraining
Naast de meditaties waarin je leert ‘lijden’ en ongemak – ik noem het ‘lastige momenten’ 😉 – op te merken, stil te staan bij het feit dat iedereen deze momenten kent en jezelf iets prettigs toe te wensen én het gebruik maken van ons voorstellingsvermogen, bestaat de compassietraining ook uit aardig wat theorie. Er worden wijsheden en kennis uit het boeddhisme overgedragen, gecombineerd met nieuwe wetenschappelijke inzichten uit o.a. onze westerse psychologie.
Je leert veel over de werking van ons brein en over de oorzaken achter onze (starre) patronen.
Dit gecombineerd met de meditaties en oefeningen maken dat er – hoe dan ook – een veranderingsproces op gang komt. Samen met de andere deelnemers kwamen we tot de conclusie dat ieder echt z’n eigen proces doorgaat en dat de thema’s van elke bijeenkomst soms vertraagd, of op een ander moment dan in de training, in ieders leven aan bod komen. Het fijne aan de compassietraining is dat de soms best pittige thema’s (zoals bijvoorbeeld vergeving) altijd aan bod komen tijdens de lessen, zodat je ze ‘kent’ en in een veilige setting ‘oefent’. Vervolgens kan en mag je ze in je eigen tempo verder oefenen of eventueel eerst weer een tijdje loslaten.
En wat nog meer…
De compassietraining is, hoe verdiepend ook, niet zwaar. Ik kan me voorstellen dat de thema’s die ik hierboven noemde wat ‘zwaar’ klinken of dat je kunt denken: Oh, maar mijn leven is prima!’ Maar mocht je die gedachte hebben; ik denk dat dit meer correspondeert met hoe we ons, bijvoorbeeld op social media, uiten naar ‘buiten’: het leven is goed, gelukkig, mooi en fijn. En dat is het ook, deels.
En zo is de compassietraining ook, deels. Stilstaan bij al het moois en fijns, én stilstaan bij dat wat moeilijk is, de gezamenlijkheid in ons mens-zijn ervaren en de kracht ervaren van (zelf)compassie.
En wat de compassietraining óók is: gezellig, veel lachen, nuchter, een fijne groep mensen, veel kopjes thee en een fijne lunch tijdens de stiltedag.
Bronnen (en meer lezen!):
Interview met Kristin Neff in Psychologie Magazine, en elders op onze website,
Compassievol leven, Erik van den Brink en Frits Koster.
Foto: Nick Fewings on Unsplash