Het jonge kind
Als je kinderen hebt of met kinderen werkt – jonge kinderen (dreumes/peuterleeftijd) – zul je merken dat kinderen mindful zijn, daar schreef ik eerder over. In de basis gaat het om spelen en ontdekken. Tussen de 12 en 36 maanden komen emoties zoals schuldgevoel en zich kwetsbaar voelen tot ontwikkeling, als aanvulling op de basisemoties die tussen de 7 en 12 maanden verschijnen (blij, bang, boos, verdrietig).
Deze emoties zijn er, even en soms wat langer, en gaan weer; er wordt niets aan verbonden. Een jong kind geniet als het geniet, huilt als het huilt en is boos (héél boos!) als het boos is. Niet meer, niet minder.
Natuurlijk voelen ook jonge kinderen zich weleens onzeker, of hebben ze het idee iets niet goed te doen, schamen ze zich, maar het oordeel over die emotie (zoals wij dat als volwassenen kennen), blijft uit. De kwetsbaarheid in deze periode zit hem in de hechting; responsiviteit en sensitiviteit van de opvoeder(s) en, naar steeds meer blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, in de (ingrijpende) ervaringen die je opdoet in je vroege jeugd en de ‘inprenting’ daarvan (daarover lees je lees je hier meer).
Toch zegt dit niet alles over hoe je omgaat of om kunt gaan met je lichaam, je gedachten en je gevoelens. Hoe je je binnenwereld leert kennen en er naar luistert.
De wereld om hen heen
Wanneer kinderen meer oog krijgen voor de wereld om hen heen, zich bewuster worden van (gedragingen van) zichzelf en van anderen (tussen de 2,5 en 5 jaar) én wanneer er meer van ze verwacht wordt op cognitief en sociaal vlak (vanaf het naar school gaan met 4 jaar), wordt het zelfvertrouwen gevormd. Kinderen gaan denken over zichzelf in vergelijking met anderen. Het ‘voorleven’ als ouder, juf, of andere (belangrijke) volwassenen, krijgt een nog grotere rol.
Het aantal prikkels gedurende de dag wordt groter, sociale media spelen al op steeds jongere leeftijd een rol en de creatieve (buiten)speelmomenten worden minder. Allemaal logische gevolgen van de tijd waarin we leven en de keuzes die we maken. En toch is dit ook de tijd, waarin veel jongeren kampen met een burn-out.
Waarom kinderen mindfulness nodig hebben
En dan is het antwoord op de vraag ‘Waarom kinderen mindfulness nodig hebben’ ineens heel duidelijk:
Omdat je als (jong)volwassenen pas merkt hoe ver ‘het’ van je afstaat, als je burn-out thuis zit, last hebt van depressieve gedachten, angsten, onzekerheden.
En dat je merkt hoe moeilijk het is contact te maken met je adem en te accepteren dat het moeilijk is. Je het op zo’n moment anders wil. Je alles wil, behalve je zo voelen. Je vervolgens bij de (bedrijfs)arts komt, die een gelamineerd blad voor zich heeft liggen, met daarop de symptomen en fasen van een burn-out en de voorspelling van hoe de komende weken zullen verlopen en wat je daarin kan doen en nodig hebt (echt!). En dat je je op dat moment misschien realiseert dat je wel wéét wat je anders kan/zal moeten doen, maar je geen idee hebt hoe.
Kinderen hebben mindfulness nodig, juist omdat het nog veel dichter bij ze staat! Heel langzaam gaan kinderen op in een wereld waarin het minder logisch is. Waarin de (jong)volwassenen van nu in grote mate kampen met stressgerelateerde klachten, en zij degenen zijn die dat voorleven aan de kinderen van nu. En het cirkeltje is rond…
Hoe?
Je kunt kinderen leren hoe ze naar de signalen van hun lichaam kunnen luisteren, hoe ze zonder oordeel kunnen reageren op lastige gedachten en gevoelens. Hoe hun adem altijd bij ze is en een rustpunt is om naar terug te gaan. Een sterke basis, om tegenwicht te bieden aan wat ze in hun leven tegen komen. En ook voor kinderen vergt dit oefening en herhaling. Maar dit kan op een leuke en speelse manier en mindfulness is eigenlijk heel gemakkelijk te integreren in ons dagelijkse leven (met kinderen). Daarover in een volgende artikel meer!
Je kunt hier meer lezen over de sociaal- emotionele ontwikkeling van kinderen en dit boek is ook heel interessant!